Blijvende invaliditeit

Wanneer u bij een ongeval letsel oploopt, bestaat de kans dat dit letsel niet of niet meer volledig herstelt. Er is dan sprake van blijvend letsel en dit kan grote gevolgen hebben. Uiteraard wilt u in dat geval een maximale schadevergoeding van de aansprakelijke partij ontvangen. Letselschade advocaten helpen bij het verkrijgen van die maximale vergoeding.

Bij blijvende beperkingen is er sprake van blijvende invaliditeit (ook wel afgekort met BI), soms ook functionele invaliditeit genoemd. Deze beperkingen bepalen onder meer de hoogte van de letselschade vergoeding die u kunt krijgen.

Het vaststellen van de mate van blijvende invaliditeit

Het percentage blijvende invaliditeit (ofwel: percentage functionele invaliditeit) wordt vastgesteld:

  • wanneer er sprake is van een medische eindsituatie;
  • aan de hand van de zogenaamde AMA-guides. Dit zijn richtlijnen van de American Medical Association.

Om de mate van blijvende invaliditeit te berekenen wordt gekeken naar:

  • het lichaamsdeel (bijvoorbeeld arm, been of hersenen) waaraan u letsel hebt opgelopen;
  • in hoeverre dat lichaamsdeel functioneel invalide is geworden (bijvoorbeeld als gevolg van de breuk of hersenkneuzing);
  • wat het aandeel van het lichaamsdeel voor het functioneren van het gehele lichaam is (zo zijn de hersenen uiteraard belangrijker dan een knie of teen).

Niet de blijvende invaliditeit van een bepaald lichaamsdeel, maar de blijvende invaliditeit van de gehele persoon (ofwel de blijvende invaliditeit van de gehele mens) is bepalend.

Letselschade advocaten (en hetzelfde geldt uiteraard voor letselschade juristen) kunnen het percentage functionele invaliditeit niet vaststellen. Dit percentage wordt vastgesteld door een medisch expert. Dat kan een medisch adviseur of een expertise-arts zijn.

Invloed van blijvende invaliditeit op de schadevergoeding

Het percentage blijvende invaliditeit bepaalt overigens maar in beperkte mate de hoogte van de schadevergoeding. De hoogte van het smartengeld is weliswaar gedeeltelijk afhankelijk van de mate van blijvende invaliditeit (hoe hoger het percentage, hoe hoger het smartengeld), maar het smartengeld maakt slechts een (vaak klein) onderdeel uit van de totale letselschade.

Voorbeelden met betrekking tot blijvende invaliditeit

Hierna volgen een paar voorbeelden waaruit blijkt dat het percentage blijvende invaliditeit niet veel zegt.

NAH

Na een ongeval is er sprake van NAH (niet aangeboren hersenletsel). Dit leidt veelal tot een hoog percentage blijvende invaliditeit. Bij veel mensen leidt dit ook tot een forse schade, omdat zij hierdoor arbeidsongeschikt zijn en dus inkomsten mislopen. Bij gepensioneerde mensen zijn de gevolgen van het hersenletsel zeker zo goed voelbaar, maar zijn de financiële consequenties minder groot. Bij hun leidt eventuele arbeidsongeschiktheid immers niet tot verlies van inkomen door het letsel. Dit terwijl de blijvende invaliditeit dus kan zijn vastgesteld op hetzelfde percentage.

Lage dwarslaesie

Een ander voorbeeld: u loopt bij een bedrijfsongeval een complete lage dwarslaesie (verlamming vanaf de onderrug) op. U bent dan blijvend invalide. Dit leidt uiteraard tot een hoog percentage blijvende invaliditeit. Mensen met een kantoorbaan (een zittend beroep) zullen hiermee echter vaak nog wel hun werk kunnen doen (de werkgever is in beginsel ook verplicht om voor de benodigde aanpassingen zorg te dragen). Dit ligt anders voor beroepen in bijvoorbeeld de bouw, de kinderopvang of de zorg. De financiële consequenties van een complete lage dwarslaesie kunnen voor de mensen met een fysiek beroep dus groter zijn.

Verlies van een vinger

Soms kunnen ook met een klein percentage blijvende invaliditeit de financiële consequenties groot zijn. Voor de meeste mensen zal het verlies van een vinger op de lange termijn weinig gevolgen hebben. Zij kunnen hun werk blijven doen en ook het inschakelen van een huishoudelijke hulp is niet nodig. Voor een muzikant, zoals een pianist, zal het echter betekenen dat hij zijn eigen beroep niet meer kan uitoefenen.

De financiële gevolgen - en daarmee de hoogte van de schadevergoeding - zijn dus sterk afhankelijk van wie het specifieke letsel overkomt en minder van de mate van blijvende invaliditeit. Of er sprake is van arbeidsongeschiktheid en/of dat u blijvend invalide bent over het gehele lichaam of slechts een deel van het lichaam zegt bijvoorbeeld niet altijd iets over de hoogte van de schadevergoeding. Zo kan het ene slachtoffer na een ongeval als gevolg van het letsel bijvoorbeeld 3 procent blijvende invaliditeit arbeidsongeschikt zijn en een ander slachtoffer weer niet.

Gratis juridische hulp bij letselschade

Als u letselschade oploopt bij bijvoorbeeld een auto ongeluk of een ongeval op uw werk, doet u er verstandig aan een letselschade specialist in te schakelen. Bij Bewust Letselschade Advocaten hebben wij ruime ervaring op het gebied van letselschade. Wij stellen de tegenpartij voor u aansprakelijk. Wanneer de aansprakelijkheid wordt erkend, worden onze kosten vergoed door de aansprakelijke partij. Ook de medische kosten (denk bijvoorbeeld aan de kosten van de medisch adviseur of de medisch expert) dienen dan door de aansprakelijke partij te worden vergoed.

Om de letselschade te kunnen begroten brengen wij onder meer uw medische situatie in kaart. Bij blijvend letsel besteden we daarbij aandacht aan de beperkingen en de mate van invaliditeit.

De mate van blijvende invaliditeit laten we berekenen door een medisch adviseur. Dit helpt ons bij het begroten van het smartengeld, en dus de letselschade vergoeding, waar u recht op hebt. Zo zorgen we ervoor dat we voor u de maximale schadevergoeding claimen van de aansprakelijke tegenpartij na een ongeval.

[CTA]

Ons werkgebied Eindhoven Tilburg Breda Den Bosch